, [], Leviticus 18:3-4; Psalm 95:10-11; Matthew 18:1-4
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Gij zult niet doen naar de werken des Egyptischen lands, waarin gij gewoond hebt; en naar de werken des lands Kanaan, waarheen Ik u brenge, zult gij niet doen, en zult in hun [2]inzettingen niet wandelen. 2. Zo worden genoemd de afgrijslijke gewoonten, die door toelating en het gewone gebruik onder de gemelde volken zo de overhand genomen hadden, dat ze voor gestelde wetten gehouden werden. Vergelijk onder, vs.30, en hfdst.20 vs.23.